Thialf Schijndel is de schaats en skeelervereniging voor Schijndel en omstreken. Thialf is een gezellige club met ongeveer 60 leden. Thialf is er voor iedereen die graag willen (leren) schaatsen. Vanaf 6 jaar zijn kinderen welkom om te beginnen met de eerste schaatsbewegingen op de ijshockeybaan in ‘s-Hertogenbosch, terwijl onze oudste leden richting de 80 jaar gaan.
Geschiedenis
Er hebben in het verleden drie namen bestaan, m.a.w. er hebben in Schijndel drie ijsverenigingen bestaan. De eerste en oudste vereniging onder de naam Schijndelse IJsclub is opgericht op maandagavond 8 januari 1940. Op deze avond werd de oprichtingsvergadering gehouden in de bioscoopzaal van de heer Steenbakkers. In de Schijndelsche Courant van vrijdag 12 januari 1940 nr. 2 wordt hierover bericht. De eerste bestuurders waren Piet Jansen de kapper (voorzitter, vader van Willie Jansen de kapper), Kees van Haren (secretaris) en H. van der Steen (penningmeester).
Een dertigtal liefhebbers traden als lid toe. De contributie werd vastgesteld op 1 gulden per jaar en 2 gulden 50 per gezin per jaar. De eerste wedstrijden werden al binnen een week gehouden.
Rond het jaar 1957 werd de Schijndelse IJsclub lid van de Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond. Het accent lag sterk op het recreatieschaatsen. Als het ’s winters weer eens flink vroor trokken veel mensen naar de ijsbaan om onder het genot van muziek, koek en zopie te schaatsen. Ook ’s avonds was de baan open met verlichting. Iedereen reed op houtjes of ijzeren kunstschaatsen. Voor de jeugd waren er allerlei vrije spelvormen en voor de ouderen ijsdansen of kunstrijden. Menige figuren hebben het ijsoppervlak gesierd.
In de winter van 1955/1956 kwam geleidelijk het hardrijden in zwang. De eerste Schijndelnaar op noren was Mari Rijkers. We keken onze ogen uit. Harrie van der Heijden maakte van ijzerzaagbladen zelf zijn noren. Toon Kooijmans kocht losse norenschenkels die hij onder zijn kistjes schroefde. Uitgerust met het nieuwe materiaal en uitgedost in pofbroeken reden ze in 1956 de officiële Schijndelse Kampioenschapswedstrijd. Ook in 1959 met weer een pracht winter werden door het bestuur wedstrijden uitgeschreven. De onderlinge band tussen de schaatsers uit Schijndel met belangstelling voor hardrijden werd steeds sterker en een groep besloot in de winter van 1960/1961 binnen de ijsclub een hardrijgroep op te richten.
Deze hardrijgroep noemde zich Thialf, wat staat voor Thieu (God) Alf (winter of nachtmerrie): de Germaanse God van de winter. De initiatiefnemers waren Rien Goossens, Harrie en Rien van der Heijden, Toon Kooijmans en Theo Vervoort. Naar voorbeeld van de moedervereniging die op het gebied van kunstrijden en ijsdansen evenementen hield, zo ook organiseerde Thialf hardrijwedstrijden. Een van die hardrijwedstrijden met een nationaal karakter was ’s avonds 19 januari 1966 op de oude ijsbaan (nu voetbalvelden Avanti). Uit het hele land kwamen de deelnemers. Winnaar werd Ben van den Heuvel uit Vught (47,6 op 500m en 2.33,6 op 1500m). ’s Anderdaags de gewestelijke kampioenschappen op natuurijs in Terheijden. Hier werd Ben van den Heuvel 2e (49,4 op 500m en 2.28,1 op 1500m) achter Wim van Heijst. Het Schijndelse ijs was zo slecht nog niet. Er werd dan ook veel voor de ijskwaliteit gedaan. Eén keer ging dit echter mis. De winter van 1970/1971 was een kwakkelwinter en in de week voordat het aan Schijndel toegewezen gewestelijke kampioenschap voor junioren zou worden verreden zakte een veegmachine door het ijs. Het gewestelijke bestuur keurde het ijs af onder het in onze ogen onterechte motto ‘slechte voorbereidingen’. Het hoofdbestuur was pissig en zegde het lidmaatschap van de KNSB op. Thialf, de hardrijgroep, stond in zijn hemd. Want alleen een lidmaatschap geeft recht op wedstrijden van de KNSB. Er zat niets anders op dan zelf lid te worden. De tweede naam, Thialf, als zelfstandige vereniging, nu precies 30 jaar geleden, was geboren.
Omdat Thialf niet meer afhankelijk was van ijswinters door het gebruik van kunstijs, groeide het gestaag uit tot een bloeiende vereniging met leden uit Schijndel maar ook velen van buiten de regio. Dat zag ook het oude recreatieve bestuur en beide besturen kwamen overeen weer samen te gaan met alle voordelen van dien. De nieuwe en derde naam werd Schijndelse IJsclub Thialf. Dit samengaan is bekrachtigd per statuut op 2 april 1980 ten overstaan van notaris Van Haaren.
Naast de diverse sportieve activiteiten van onze vereniging in het verleden, heden en hopelijk ook in de toekomst op onze eigen Leemputbaan (ijsbaan/skeeler/wielerbaan), op de kunstijsbaan in Eindhoven (400m), op de kunstijsbaan in ’s Hertogenbosch (111m) en op de kunstijsbaan in Tilburg (400m), zijn twee dingen nog vermeldenswaard. De officiële ingebruikname van de nieuwe ijsbaan aan de Leemputtenweg in februari 1991 en de nieuwe skeeler/wielerbaan in en rond deze ijsbaan. Van de NOC*NSF kregen we complimenten over onze multifunctionele accommodatie voor het schaatsen, skeeleren/skaten, wielrennen (Wieler Vereniging Schijndel) en jeu de boules (Wij Liggen).